GPS Cursus

 

Steeds meer buitensporters maken gebruik van een GPS apparaat, niet alleen om te navigeren maar ook om routes op te nemen en gegevens bij te houden. Het goed kunnen omgaan met een outdoor GPS apparaat lijkt makkelijk maar is toch wat anders dan bijvoorbeeld een telefoon. Daarom kunt u een cursus volgen voor het gebruik van het apparaat. Voor de cursus wordt de Etrex 10 van Garmin gebruikt, maar als u al een eigen apparaat hebt is dat natuurlijk beter. De cursus wordt meestal gegeven aan kleine groepen (rond de vier personen) in het Amsterdamse Bos maar kan in overleg ook elders gegeven worden. Tijdens de cursus zullen we tijdens een wandeling veel aspecten doornemen van het gebruik van de GPS;

> Het op de juiste manier instellen van het apparaat. De basisinstellingen zijn erg belangrijk. Als niet de juiste positieweergave en kaartendatum ( in Nederland WGS84) geeft de GPS de verkeerde positie weer; dit kan oplopen tot vele honderden meters miswijzing. Ook stel je bij het apparaat in hoe de gegevensvelden worden ingericht. Een GPS apparaat verzamelt en berekent heel veel informatie die je zou willen zien; tripafstand, snelheid, afstand naar de bestemming of het volgende waypoint, maximale snelheid en veel meer. De kaartweergave bevat twee gegevensschermen, de kompaspagina vier en de tripcomputer zes en soms meer. Daaruit moet je een keuze maken welke gegevens je het belangrijkst vindt en moet je instellen dat je deze te zien krijgt.
> Het maken van waypoints. Als je een waypoint markeert bij je vertrekpunt kun je dat punt altijd makkelijk weer terug vinden. Je hoeft alleen maar de lijn op je kaartpagina of de pijl op je kompaspagina te volgen en het apparaat geeft aan waar je heen moet en hoever je nog van het waypoint verwijderd bent.
> Het maken en volgen van sporen of tracks (het hangt van je apparaat af of het apparaat het sporen of tracks noemt). Hiermee kun je een route die je hebt gevaren opnemen en bewaren zodat je het later nog eens kunt varen of kunt delen met andere vaarders die een GPS gebruiken. Die kunnen dan precies jouw gevaren tocht volgen. Ook is het erg handig om je opgenomen route te gebruiken als je ergens heen vaart en je dezelfde weg terug moet. Dit doe ik ook graag: de GPS aanzetten, zomaar ergens heen varen, bijvoorbeeld in een natuurgebied, en dan na een aantal kilometers dezelfde route weer terug volgen. Zo weet je zeker dat je altijd terug kunt komen. je kunt het apparaat met de “Trackback” functie zo via de gevaren route terug laten navigeren.
> Het opbouwen van een route. Hiermee kun je door verschillende waypoints met elkaar te verbinden een route opbouwen. Dit doe je meestal rechtstreeks in de GPS en is erg onnauwkeurig (grof) omdat je niet precies over de vaarwegen kunt laten berekenen. Dit kan alleen bij wandelen en fietsen, mits het apparaat is voorzien van een Topokaart die routes kan berekenen. Daarmee kun je ook over de paden naar een waypoint laten berekenen. Dit kan echter niet over water. Doordat je de route punt voor punt in je GPS moet zetten is het veel werk zelfs bij kleine tochtjes.
> Het bijhouden van snelheid, afstand, tijd en meer. Als je zonder plan ergens heen wilt varen en daarbij een bepaald aantal kilometers wilt varen kun je aflezen wat je hebt gevaren en als je daar de helft van hebt bereikt met de Trackback functie terug navigeren. Ook als je meer voor de sport vaart zul je veel aan snelheid en afstand hebben.